top of page
Anouk Frieling

Het Managen en Onderhouden van het Lichaamsgewicht van het Paard

Bijgewerkt op: 15 feb.

Het lichaamsgewicht van het paard heeft invloed op de prestaties en de algemene gezondheid van het paard. Voeding speelt een grote rol bij het onderhouden van het lichaamsgewicht. Een rantsoen die de behoeften overschrijdt of niet voldoet aan de dagelijkse behoeften van het paard leidt vervolgens tot over of ondergewicht. Het is daarom van belang om regelmatig het lichaamsgewicht van het paard te monitoren en het dieet hier op aan te passen wanneer nodig.


Lichaamsgewicht paard

Het formuleren en samenstellen van een passend rantsoen wordt gedaan op basis van de behoeften van het paard. Deze behoeften verschillen per individueel paard en hangen af van factoren zoals de leeftijd van een paard, de gezondheid van het paard, het huidige lichaamsgewicht en de intensiteit van de dagelijkse lichaamsbeweging 1. Een van de belangrijkste nutriënten afkomstig van het dieet is energie. Energie is nodig voor lichaamsonderhoud, verschillende belangrijke metabolische processen en voorziet het lichaam van brandstof tijdens activiteit 1. Wanneer de dagelijkse behoeften van het paard worden voorzien door middel van een passend dieet zal het lichaamsgewicht van het paard stabiel blijven. Echter, zal een dieet dat consequent de dagelijkse behoeften overschrijdt of juist niet voldoet aan de behoeften resulteren in over of ondergewicht 2,3. Te veel energie afkomstig van het rantsoen wordt omgezet tot vet wat wordt opgeslagen in lichaamsweefsel en zorgt hierdoor voor toename van het lichaamsgewicht. Wanneer het paard energie verbruikt maar niet voldoende energie binnen krijgt om de behoeften van het lichaam te voorzien, zal het paard de reserves, opgeslagen in het lichaam, verbruiken waardoor het paard uiteindelijk af zal vallen 3. Als het paard voor een langere periode veel gewicht verliest kan dit resulteren in ondergewicht.


Omdat het niet gemakkelijk is om het lichaamsgewicht van het paard met regelmaat te meten door het gebruik van een weegschaal, wordt het gewicht geschat door middel van de Body Condition Score (BCS). Middels een 9 punten systeem kan het lichaamsgewicht van het paard worden geschat 4. Wanneer met regelmaat gebruik wordt gemaakt van de BCS en de score wordt gemonitord, geeft dit inzicht over de gezondheid van het paard en de hoeveelheid energie die het paard via het rantsoen binnen krijgt. Als de BCS hoog is geeft dit aan dat het paard te veel energie via het dieet krijgt. Wanneer de BCS lager is dan normaal geeft dit juist aan dat het paard te weinig energie krijgt via het rantsoen. Een BCS tussen de 4 en 6 wordt gezien als een ideale score voor een paard 5.


Tabel 1 Het Body Condition Score schema wordt gebruikt om het lichaamsgewicht van het paard gemakkelijk te schatten. Het schema, ontwikkeld door Henneke et al. (1983), maakt gebruik van een 9 punten systeem waarbij wordt gekeken naar de algemene conditie van het lichaam. Hierbij wordt voornamelijk gelet op de verdeling en hoeveelheid vetweefsel op verschillende delen van het lichaam.

Score

Omschrijving

1: Extreem dun

  • Geen vet weefsel te voelen op het paard

  • De botstructuur, ribben en heup zijn goed zichtbaar

  • Je kan de ribben voelen

  • Het paard ziet er extreem dun uit

2. Zeer dun

  • Matige hoeveelheid vetweefsel zichtbaar

  • Botten, ribben en heupen zijn zichtbaar

  • Ribben zijn voelbaar

  • Het paard ziet er dun uit

3: Dun

  • Zichtbaar vetweefsel rondom de ruggengraat

  • Botten, schoft, ribben en heup zijn lichtelijk bedekt met vet weefsel

  • Ribben zijn voelbaar

4: Matig dun

  • Het paard is heel duidelijk niet te dun

  • De botten zijn bedekt met een laag vet weefsel

  • De ribben zijn licht zichtbaar en zijn voelbaar

5: Matig

  • De ribben zijn niet zichtbaar maar kunnen wel gevoeld worden

  • De nek van en de schouders van het paard lopen geleidelijk over in de rest van het lichaam

  • De schoft is rond

6: Matig vlezig

  • Vet weefsel rond de ribben, schoft en langs de nek neemt toe

7: Vlezig

  • Ribben kunnen worden gevoeld maar tussen de ribben kan vet worden gevoeld

  • Vet weefsel is zichtbaar langs de nek en schoft

8: Dik

  • Ribben zijn moeilijk voelbaar

  • De oppervlakte langs de schoft, schouders en nek is gevuld met vet weefsel

  • De nek is dikker

  • Vet weefsel langs de binnenkant van de dijen neemt toe

9: Extreem dik

  • Onregelmatige verdeling van vetweefsel over het lichaam neemt toe

  • Ribben zijn niet meer voelbaar


Aan de hand van het monitoren van de BCS kunnen aanpassingen worden gedaan met betrekking tot het management van het paard om zo het welzijn van het paard en de prestaties te optimaliseren. Omdat de behoeften verschillen per individueel paard is het van belang om het management aan te passen op het individu. Een paard met een hogere BCS score vereist een ander management ten opzichte van een paard met een lage BCS score.


Management van een Paard met Ondergewicht


Ondergewicht of gewichtsverlies bij paarden kan verschillende medische onderliggende redenen hebben 3. Het is daarom van belang wanneer het paard veel afvalt in een korte periode en het dieet voldoet aan de behoeften van het paard, om het paard door een dierenarts na te laten kijken. Echter, zijn er ook gezonde paarden met een snel werkend metabolisme die moeilijk aankomen of moeilijk op gewicht te houden zijn. Paarden met een snel werkend metabolisme verbranden sneller de energie die ze binnen krijgen via het rantsoen. Zoals eerder benoemt, is energie een belangrijk nutriënt voor onder andere lichaamsonderhoud 1. Daarom is het van belang dat paarden met een snel werkend metabolisme voldoende energie via het dieet binnen krijgen om het lichaamsgewicht te onderhouden.


Energie wordt voorzien door middel van de toevoeging van koolhydraten, vetten en eiwitten aan het dieet 1. Voornamelijk koolhydraten en vetten bieden het paard een bron van energie. Eiwitten worden als energiebron gebruikt wanneer het dieet onvoldoende koolhydraten en vetten bevat om het paard van energie te voorzien 6. Dit zorgt er ook voor dat er minder eiwitten beschikbaar zijn om spieren op te bouwen.


Koolhydraten worden onderverdeeld in structurele en niet-structurele koolhydraten. Structurele koolhydraten, ofwel vezels, zijn afkomstig vanuit ruwvoer zoals hooi, kuil, gras maar ook bietenpulp. Vezels worden in de darmen van het paard verteerd tot vluchtige vetzuren en leveren 60 tot 70% van de energie die nodig is voor lichamelijk onderhoud en metabolische processen in het lichaam 7. Daarnaast zijn deze vetzuren van belang voor een goed functionerende darmflora 8,9. Voor meer informatie over het belang van een gezonde darmflora verwijs ik u door naar de blog “Het Effect van Dieet op de Darmgezondheid”. Niet-structurele koolhydraten, ofwel suikers en zetmeel, zijn afkomstig vanuit krachtvoer en bieden het paard een energiebron die snel wordt gemetaboliseerd in het lichaam 10.


Omdat het niet wenselijk is om een hoge hoeveelheid suiker en zetmeel te voeren is het van belang om ingrediënten te selecteren die het paard van voldoende energie voorzien zonder te toevoeging van te veel niet-structurele koolhydraten.


Vetten worden vaak gesupplementeerd aan het dieet van het paard ter ondersteuning van een gezonde vacht en huid. Naast deze ondersteunende functie leveren vetten ook energie 11. Lijnzaadolie is een product dat vaak wordt gebruikt om de nodige vetten te supplementeren aan het rantsoen. Dit komt omdat Lijnzaadolie een plantaardig product is en de ideale balans tussen Omega 3 en Omega 6 vetzuren bevat. Dit product is daarom een ideale toevoeging en energiebron voor paarden die moeilijk op gewicht blijven, zonder de overmatige toevoeging van suiker en zetmeel.


Het Management van een Paard met Overgewicht


Overgewicht bij paarden hangt samen met gezondheidsproblemen zoals insuline resistentie, hoefbevangenheid en het Equine Metabolic Syndrome (EMS) 12. Zoals eerder benoemd, komt overgewicht bij paarden voor wanneer het rantsoen de behoeften van het paard overschrijdt. Overtollige energie wat het paard niet gebruikt wordt uiteindelijk opgeslagen als vet in het lichaam 2. Om gezondheidsklachten te voorkomen en welzijn en prestaties te optimaliseren, moeten er aanpassingen aan het rantsoen worden gedaan om de hoeveelheid beschikbare energie te minderen. Echter, is het wel van belang dat veranderingen van het rantsoen geleidelijk te introduceren omdat het spijsverteringsstelsel, met name de darmflora, erg gevoelig is voor plotselinge veranderingen 13. Daarnaast is het altijd van belang dat het rantsoen voldoet aan de vitaminen en mineralen behoeften van het paard.


Krachtvoer wordt aan paarden gevoerd om het paard te voorzien van de nodige vitaminen en mineralen. Daarnaast bevat krachtvoer energie en biedt paarden die hoge fysieke inspanning leveren een extra energiebron tijdens deze inspanning 14. Als paarden weinig bewegen en te veel krachtvoer krijgen kan dit ervoor zorgen dat het paard aankomt. Daarom is het belangrijk om na te gaan of de behoeften van het paard worden overschreden met het huidige rantsoen ten opzichte van de fysieke inspanning die het paard levert. Paarden die weinig tot geen fysieke inspanning leveren hebben minder of zelfs geen krachtvoer nodig om te voldoen aan de energiebehoeften en is voor deze paarden een vitaminen en mineralen supplement voldoende, naast het nodige ruwvoer, om de behoeften van het paard te voorzien.


Ruwvoer is een belangrijk voedermiddel voor de compositie van de darmflora en gezondheid van het paard 8,9. Daarnaast eten paarden van nature de gehele dag kleine porties ruwvoer omdat het spijsverteringsstelsel van het paard niet in staat is om grote porties in een keer te verteren 15. Er zijn verschillende soorten ruwvoer en ieder type ruwvoer bevat een andere hoeveelheid energie. Voor een paard met overgewicht kan daarom worden gekozen voor een type ruwvoer dat weinig energie bevat maar het paard van voldoende vezels voorziet om de darmflora in balans te houden. Bovendien kan dit soort ruwvoer vaak in kleine porties gedurende de dag worden gevoerd om spijsvertering problemen zoals maagzweren te voorkomen.


Middels strookbegrazing wordt de hoeveelheid gras die het paard tot zijn beschikking heeft gelimiteerd 16. Voornamelijk wanneer het gras veel suiker bevat is dit een behulpzame methode om de hoeveelheid energie vanuit het rantsoen te reguleren en te minderen 16. Omdat het van belang is dat het paard voldoende buiten komt kan het paard ook buiten worden gezet op een zandpaddock met een hooiruif, gevuld met ruwvoer wat weinig energie bevat.


Niet alleen de juiste voeding is van belang om het paard af te laten vallen, maar ook voldoende beweging zorgt ervoor dat het paard overtollige energie verbrandt en afvalt 14.


Kortom, bij over of ondergewicht is het essentieel om eerst medische problemen uit te sluiten of vast te stellen. Middels advies van een dierenarts en voedingsdeskundige kan een passend rantsoen worden samengesteld om zo de gezondheid, welzijn en de prestaties van het paard te optimaliseren.


Referenties


1. Ellis, A. D. (2013). Chapter 5 - Energy systems and requirements. In: Geor, R.J., Harris, P.A., & Coenen, M., (Eds.).

Equine Applied and Clinical Nutrition. Saunders Elsevier: China.

2. King, C., & Mansmann, R. A. (2004). Preventing laminitis in horses: Dietary strategies for horse owners. Clinical Techniques in Equine Practice, 3(1): 96–102.

3. Jarvis, N., & McKenzie, H. C. (2021). Nutritional Considerations when Dealing with an Underweight Adult or Senior Horse. Veterinary Clinics of North America - Equine Practice, 37(1): 89–110.

4. Dugdale, A. H. A., Grove-White, D., Curtis, G. C., Harris, P. A., & Argo, C. M. C. G. (2012). Body condition scoring as a predictor of body fat in horses and ponies. Veterinary Journal, 194(2): 173–178.

5. Jensen, R. B., Danielsen, S. H., & Tauson, A. H. (2016). Body condition score, morphometric measurements and estimation of body weight in mature Icelandic horses in Denmark. Acta Veterinaria Scandinavica, 58(1): 20-23.

6. Joh Johnson EL, Duberstein KJ. How to Feed a Horse : Understanding Basic Principles of Horse Nutrition.

University of Florida, IFAS Extension, 1-5.

7. Bergman, E. N. (1990). Energy contributions of volatile fatty acids from the gastrointestinal tract in various species.

Physiological Reviews, 70(2): 567-590.

8. Raspa, F., Vervuert, I., Capucchio, M. T., Colombino, E., Bergero, D., Forte, C., Greppi, M., Cavallarin, L., Giribaldi, M., Antoniazzi, S., Cavallini, D., Valvassori, E., & Valle, E. (2022). A high-starch vs. high-fibre diet: effects on the gut environment of the different intestinal compartments of the horse digestive tract. BMC Veterinary Research, 18(1): 1-11.

9. Moore-Colyer, M. J. S., Hyslop, J. J., Longland, A. C., & Cuddeford, D. (2000). Intra-caecal fermentation parameters in ponies fed botanically diverse fibre-based diets. Animal Feed Science and Technology, 84(3–4): 183-197.

10. Longland AC, Byrd BM. Pasture nonstructural carbohydrates and equine laminitis. In: Journal of Nutrition, 136(7): 2099-2102.

11. Warren, L. K., & Vineyard, K. R. (2013). Chapter - 7 Fat and fatty acids. In: Geor, R.J., Harris, P.A., & Coenen, M., (Eds.). Equine Applied and Clinical Nutrition. Saunders Elsevier: China.

12. Chapman, S. J. (2015). Obesity and the health and welfare of the leisure horse. The Veterinary Nurse, 5(2): 94-99.

13. De Fombelle, A., Varloud, M., Goachet, A. G., Jacotot, E., Philippeau, C., Drogoul, C., & Julliand, V. (2003). Characterisation of the microbial and biochemical profile of the different segments of the digestive tract in horses given two distinct diets. Animal Science, 77(2): 293-304.

14. Jose-Cunilleras, E., Hinchcliff, K. W., Sams, R. A., Devorand, S. T., & Linderman, J. K. (2002). The glycemic index of a meal fed before exercise alters substrate use and glucose flux in exercising horses. Journal of Applied Physiology,

92(1): 117-128.

15. Métayer, N., Lhôte, M., Bahr, A., Cohen, N. D., Kim, I., Roussel, A. J., & Julliand, V. (2004). Meal size and starch content affect gastric emptying in horses. Equine Veterinary Journal, 36(5): 436–440.

16. Cameron, A., Longland, A., Pfau, T., Pinnegar, S., Brackston, I., Hockenhull, J., Harris, P. A., & Menzies-Gow, N. J. (2022). The Effect of Strip Grazing on Physical Activity and Behavior in Ponies. Journal of Equine Veterinary Science, 110: 1-31.

17. Walshe, N., Cabrera-Rubio, R., Collins, R., Puggioni, A., Gath, V., Crispie, F., Cotter, P. D., Brennan, L., Mulcahy, G., & Duggan, V. (2021). A Multiomic Approach to Investigate the Effects of a Weight Loss Program on the Intestinal Health of Overweight Horses. Frontiers in Veterinary Science, 8: 1-16.6.

Comments


bottom of page