Wormen bij Paarden: Wormonderzoek, Ontwormen en Management
Wormen komen voor bij ieder paard, maar wanneer het paard last heeft van een worminfectie kan dit voor vervelende gezondheidsklachten zorgen. Met het blote oog is in de mest niet te zien of en in welke mate, een paard besmet is met wormen. Daarom is het belangrijk om regelmatig mestonderzoek te laten doen en wanneer nodig gebruik te maken van wormkuren.

Wormen komen voor bij ieder paard, maar wanneer het paard last heeft van een worminfectie kan dit voor vervelende gezondheidsklachten zorgen. Met het blote oog is in de mest niet te zien of en in welke mate, een paard besmet is met wormen. Daarom is het belangrijk om regelmatig mestonderzoek te laten doen en wanneer nodig gebruik te maken van wormkuren.
Wat zijn wormen en welke wormen komen voor bij het paard?
Wormen zijn parasieten en kunnen zich alleen in leven houden ten koste van een ander organisme, in dit geval het paard. Bij paarden komen wormen voornamelijk voor in het spijsverteringsstelsel. De meeste paarden hebben wormen, maar als het paard een lichte wormbesmetting heeft zal dit niet gelijk voor problemen zorgen. Wanneer het paard last heeft van een erge wormbesmetting, kan dit zorgen voor gezondheidsproblemen 1. Omdat wormen voornamelijk voorkomen in het spijsverteringsstelsel van het paard, worden wormeneitjes uitgescheiden via de mest.
Er zijn verschillende soorten wormen waarmee het paard besmet kan worden. De meest voorkomende wormen zijn lintwormen, veulenwormen, spoelwormen, grote strongyliden, longwormen en rode bloedwormen 2.
Resistentie en Mestonderzoek
Omdat wormeneitjes worden uitgescheiden in de mest van het paard, kan mestonderzoek worden gedaan om te bepalen of het paard een worminfectie heeft en de ernst hiervan. Ook wordt door het uitvoeren van mestonderzoek bepaald met welke worm het paard besmet is. Het uitvoeren van een mestonderzoek kan door het jaar heen worden uitgevoerd, maar vooral tijdens de lente en zomer is het belangrijk om een mestonderzoek uit te voeren 3. Onderzoek heeft aangetoond dat tijdens deze periode de uitscheiding van wormeneitjes in de mest het hoogst is 3.
Mestonderzoeken worden steeds vaker en regelmatiger uitgevoerd. Voorheen werden paarden vaker door middel van een schema ontwormd. Steeds vaker wordt er eerst gebruik gemaakt van een mestonderzoek om te bepalen of het nodig is dat het paard ontwormd wordt. Dit zorgt ervoor dat alleen paarden, waarvan via mestonderzoek bepaald is dat de hoeveelheid uitgescheiden eitjes te hoog is, ontwormd worden.
Wanneer paarden vaak en regelmatig worden ontwormd met wormkuren, zonder te weten of dit nodig is, bestaat de kans dat wormen resistent worden voor de kuren die worden gebruikt 4. Resistentie betekent dat de wormen ongevoelig worden voor de stoffen in de kuren die worden gebruikt en de behandeling dus niet meer hetzelfde effect heeft in geval van een wormenbesmetting. Bij het toedienen van een kuur zullen de ongevoelige wormen dus niet afsterven en blijven zitten 5. Resistentie voor bepaalde stoffen komt al voor. Daarom wordt het aangeraden om eerst een mestonderzoek uit te voeren voordat het paard wordt ontwormd om verdere resistentie te voorkomen. Daarnaast kan het eerst uitvoeren van mestonderzoek ook kosten besparen.
Management
Om wormbesmettingen te voorkomen zijn er verschillende management maatregelen, zoals goede hygiëne op de wei en op stal, die ervoor zorgen dat de kans op een besmetting kleiner wordt.
Voornamelijk door het aanhouden van een goed weidemanagement kan een besmetting met wormen worden voorkomen. Zorg er bijvoorbeeld voor dat mest regelmatig van de weides wordt gehaald. Een wormbesmetting verspreid namelijk sneller wanneer er mest van een besmet paard blijft liggen waarna een ander paard, die ook op dit weiland graast, wormen binnen krijgt.
Het is aan te raden, wanneer dit mogelijk is, om paarden met regelmaat op een ander stuk schone wei te zetten. Door paarden op een schoon stuk te zetten krijgt de vorige wei rust en hebben de paarden een nieuw stuk schone wei, waar de kans op besmetting laag is. Zorg ervoor dat, voordat paarden op een schone wei komen te staan, mestonderzoek uit wordt gevoerd zodat kans op besmetting laag blijft op de nieuwe weide.
Besmettingen kunnen ook voorkomen worden door de weides te laten begrazen door andere diersoorten, zoals bijvoorbeeld schapen. Deze dieren zijn niet vatbaar voor een wormeninfectie door dezelfde wormen als paarden en eten de wormen op waardoor ze de wei ‘schoonmaken’ van eventuele wormen. Daarnaast raken paarden ook niet besmet van wormeneitjes die schapen uitscheiden.
Om resistentie te voorkomen is het dus belangrijk om regelmatig mestonderzoek uit te voeren en weides schoon te houden om besmetting te voorkomen. Laat voornamelijk tijdens de lente en zomer mestonderzoek uitvoeren omdat tijdens deze periode de meeste wormeneitjes in de mest worden uitgescheiden. Zorg daarnaast voor een goed management en goede hygiëne.
Referenties
1. Saeed, M.A., Beveridge, I., Abbas, G., Beasley, A.M. (2019) Systematic review of gastrointestinal nematodes of horses from Australia. Parasites and Vectors, 12(188):1-16.
2. Bulgaru, A., Tudor, P. (2015) The Prevalence of Helminth Parasites in Horses Raised in Modern Conditions. Scientidic Works Series C Veterinary Medicine, 2:271-276.
3. Wood, E.L.D., Matthews, J.B., Stephenson, S., Slote, M., Nussey, D.H. (2013) Variation in fecal egg counts in horses managed for conservation purposes: individual egg shedding consistency, age effects and seasonal variation. Parasitology, 140(1):115-128.
4. Tzelos, T., Matthews, J. (2016) Anthelmintic resistance in equine helminths and mitigating its effects. In Practice, 38:489-499.
5. Metthews, J.B. (2022) Anthelmintic resistance in equine nematodes. International Journal of Parasitology Drugs and Drug Resistance, 4:310-315.
Wat zijn wormen en welke wormen komen voor bij het paard?
Wormen zijn parasieten en kunnen zich alleen in leven houden ten koste van een ander organisme, in dit geval het paard. Bij paarden komen wormen voornamelijk voor in het spijsverteringsstelsel. De meeste paarden hebben wormen, maar als het paard een lichte wormbesmetting heeft zal dit niet gelijk voor problemen zorgen. Wanneer het paard last heeft van een erge wormbesmetting, kan dit zorgen voor gezondheidsproblemen 1. Omdat wormen voornamelijk voorkomen in het spijsverteringsstelsel van het paard, worden wormeneitjes uitgescheiden via de mest.
Er zijn verschillende soorten wormen waarmee het paard besmet kan worden. De meest voorkomende wormen zijn lintwormen, veulenwormen, spoelwormen, grote strongyliden, longwormen en rode bloedwormen 2.
Resistentie en Mestonderzoek
Omdat wormeneitjes worden uitgescheiden in de mest van het paard, kan mestonderzoek worden gedaan om te bepalen of het paard een worminfectie heeft en de ernst hiervan. Ook wordt door het uitvoeren van mestonderzoek bepaald met welke worm het paard besmet is. Het uitvoeren van een mestonderzoek kan door het jaar heen worden uitgevoerd, maar vooral tijdens de lente en zomer is het belangrijk om een mestonderzoek uit te voeren 3. Onderzoek heeft aangetoond dat tijdens deze periode de uitscheiding van wormeneitjes in de mest het hoogst is 3.
Mestonderzoeken worden steeds vaker en regelmatiger uitgevoerd. Voorheen werden paarden vaker door middel van een schema ontwormd. Steeds vaker wordt er eerst gebruik gemaakt van een mestonderzoek om te bepalen of het nodig is dat het paard ontwormd wordt. Dit zorgt ervoor dat alleen paarden, waarvan via mestonderzoek bepaald is dat de hoeveelheid uitgescheiden eitjes te hoog is, ontwormd worden.
Wanneer paarden vaak en regelmatig worden ontwormd met wormkuren, zonder te weten of dit nodig is, bestaat de kans dat wormen resistent worden voor de kuren die worden gebruikt 4. Resistentie betekent dat de wormen ongevoelig worden voor de stoffen in de kuren die worden gebruikt en de behandeling dus niet meer hetzelfde effect heeft in geval van een wormenbesmetting. Bij het toedienen van een kuur zullen de ongevoelige wormen dus niet afsterven en blijven zitten 5. Resistentie voor bepaalde stoffen komt al voor. Daarom wordt het aangeraden om eerst een mestonderzoek uit te voeren voordat het paard wordt ontwormd om verdere resistentie te voorkomen. Daarnaast kan het eerst uitvoeren van mestonderzoek ook kosten besparen.
Management
Om wormbesmettingen te voorkomen zijn er verschillende management maatregelen, zoals goede hygiëne op de wei en op stal, die ervoor zorgen dat de kans op een besmetting kleiner wordt.
Voornamelijk door het aanhouden van een goed weidemanagement kan een besmetting met wormen worden voorkomen. Zorg er bijvoorbeeld voor dat mest regelmatig van de weides wordt gehaald. Een wormbesmetting verspreid namelijk sneller wanneer er mest van een besmet paard blijft liggen waarna een ander paard, die ook op dit weiland graast, wormen binnen krijgt.
Het is aan te raden, wanneer dit mogelijk is, om paarden met regelmaat op een ander stuk schone wei te zetten. Door paarden op een schoon stuk te zetten krijgt de vorige wei rust en hebben de paarden een nieuw stuk schone wei, waar de kans op besmetting laag is. Zorg ervoor dat, voordat paarden op een schone wei komen te staan, mestonderzoek uit wordt gevoerd zodat kans op besmetting laag blijft op de nieuwe weide.
Besmettingen kunnen ook voorkomen worden door de weides te laten begrazen door andere diersoorten, zoals bijvoorbeeld schapen. Deze dieren zijn niet vatbaar voor een wormeninfectie door dezelfde wormen als paarden en eten de wormen op waardoor ze de wei ‘schoonmaken’ van eventuele wormen. Daarnaast raken paarden ook niet besmet van wormeneitjes die schapen uitscheiden.
Om resistentie te voorkomen is het dus belangrijk om regelmatig mestonderzoek uit te voeren en weides schoon te houden om besmetting te voorkomen. Laat voornamelijk tijdens de lente en zomer mestonderzoek uitvoeren omdat tijdens deze periode de meeste wormeneitjes in de mest worden uitgescheiden. Zorg daarnaast voor een goed management en goede hygiëne.
Referenties
1. Saeed, M.A., Beveridge, I., Abbas, G., Beasley, A.M. (2019) Systematic review of gastrointestinal nematodes of horses from Australia. Parasites and Vectors, 12(188):1-16.
2. Bulgaru, A., Tudor, P. (2015) The Prevalence of Helminth Parasites in Horses Raised in Modern Conditions. Scientidic Works Series C Veterinary Medicine, 2:271-276.
3. Wood, E.L.D., Matthews, J.B., Stephenson, S., Slote, M., Nussey, D.H. (2013) Variation in fecal egg counts in horses managed for conservation purposes: individual egg shedding consistency, age effects and seasonal variation. Parasitology, 140(1):115-128.
4. Tzelos, T., Matthews, J. (2016) Anthelmintic resistance in equine helminths and mitigating its effects. In Practice, 38:489-499.
5. Metthews, J.B. (2022) Anthelmintic resistance in equine nematodes. International Journal of Parasitology Drugs and Drug Resistance, 4:310-315.